
Hand in hand
Soms, als de nacht zacht over alles heen valt
en jij in stilte ademt,
ligt jouw kleine handje in de mijne.
Zo liggen we hand in hand,
alsof het de gewoonste zaak van de wereld is
dat wij elkaar vasthouden.
Jouw kleine vingers, nog nieuw in de wereld,
vinden zonder nadenken de weg naar de mijne.
Zo vanzelfsprekend,
alsof je niet anders kent
dan dat ik er ben.
Mijn gedachten willen eerst nog dwalen,
zoals ze zo vaak doen –
piekeren en plannen,
maar dan worden ze stil.
Alsof ook zij begrijpen
dat er niets belangrijker is dan dit moment.
Ik kijk naar jou,
en ik voel dat ik nergens anders hoef te zijn.
Zo veel liefde past nauwelijks in een hart.
En toch draag ik het,
want ik besta meer dan ooit.
Liefs,
Maud